De woning is gesitueerd in een rustige woonbuurt nabij de Amerikalei. De omgeving wordt gekenmerkt door ruime bouwblokken met diepe percelen. Het terrein werd voordien gebruikt als autowerkplaats en was over de volledige diepte bebouwd.
Het woonhuis heeft een kenmerkende kamerstructuur zonder overdadige materialen of decoratieve elementen. De vaak gehanteerde stijlbreuk tussen oud en nieuw, met een verschil in ruimtelijkheid, stellen we in vraag. Het ontwerp zoekt aansluiting bij het meest elementaire: maat, ritme, vorm en verhouding.
Op het gelijkvloers bevindt er zich een meanderende sequentie van ruimtes die de volledige diepte van het perceel opzoekt. Deze aaneenschakeling van ruimtes vormt de ruggengraat voor het dagelijks leven van dit gezin en organiseert de leefruimtes langsheen drie buitenruimtes. Door de verschillen in maat en verhouding krijgen deze ruimtes een eigen karakter. Lichte verschuivingen in plan en snede zorgen voor diagonale doorzichten doorheen het gebouw en een verrassend complexe lichtinval doorheen de dag.
Binnen deze architectuurtaal bestaat structuur niet als een afzonderlijke laag. Architectuur en structuur zijn in die mate met elkaar verweven dat de grenzen tussen beide vervagen. Ze vormen als het ware een symbiose, waarbij het ene niet zonder het andere kan bestaan. Gemetselde wanden, betonnen kolommen, stalen vierendeelliggers en de houten roostering van het dakvlak vormen samen één structureel systeem.